-
Beste bezoeker, welkom op deze pagina. Indien je deze site voor het eerst bezoekt kan de Home pagina nuttige informatie bieden. Kijk rustig rond op deze site om een indruk op te doen. Merk hierbij op dat niet alles zichtbaar is zonder ingelogd te zijn. Interesse gewekt? Registreer dan eenvoudig een eigen account.
De eerste computer
De eerste computer
Computers, ze zijn niet meer weg te denken.
Bijna iedereen heeft wel een desktop, laptop,
tablet, smartphone of een game console.
In 1642 werd de eerste computer uitgevonden.
De eerste computer was de Pascaline.
De Pascaline is uitgevonden door de Fransman Blaise Pascal.
Hij is geboren in Clermont-Ferrand (Frankrijk) op 19 Juni 1623
en gestorven in Parijs (Frankrijk) 1663.
De Pascaline was een hulpje voor de vader van Blaise Pascal,
zijn vader zat bij de belasting.
Je kon er geen spelletjes mee spelen maar het was een soort
rekenmachine, je kon hiermee alleen maar optellen.
Met een beetje zijn best doen kon Blaise Pascal de rekenmachine
zo ver krijgen dat hij ook nog eens af kon trekken.
Het rekenmachientje crashte toen de vader van Blaise Pascal
99.999 +1 probeerde uit te rekenen.
De eerste computer was dus een rekenmachine.
Maar een normale computer is dat ook. Het is de computer genoemd
van het woord (to) compute. To compute betekent "rekenen".
De computer is dus eigenlijk een rekenaar.
Sommige mensen bedenken machinetjes om de klusjes makkelijker te
maken. In het jaar 1673 bedacht de Duitser Von Leibniz een
rekenmachine die al wat meer kon dan die van Blaise Pascal.
Deze kon ook nog delen en vermenigvuldigen.
In 1801 bouwde Joseph Jacquard een weefgetouw dat automatisch
werkte: met ponskaarten.
Joseph Jacquard is geboren in 1752 en gestorven in 1834.
Ponskaarten zijn kaarten met heel veel gaatjes er in.
Draaiorgels werken ongeveer hetzelfde. De muziek zit op een grote
en lange strook met allemaal gaatjes er dus in.
Die gaatjes zorgen voor de juiste toon op het juiste instrument.
Zo werkt dat weefgetouw ook.
Zulke ponskaarten waren ook handig om informatie op te slaan.
In 1822 had de Engelsman Charles Babbage de
ponskaart - rekenmachine uitgevonden. Charles Babbage is geboren in Teignmouht op 26 December 1791
en is gestorven in Londen op 18 Oktober 1871.
Door de Tweede Wereldoorlog kreeg de ontwikkeling van computers
een snelle vlucht. In het Verenigd Koninkrijk werd in Bletchley
Park van de Colossus gebruikgemaakt om berichten te kraken die
met de Duitse Lorenz-codeermachine vercijferd waren. De Colossus
werd ontwikkeld door Tommy Flowers en was de eerste elektronische
computer, gebruik makend van elektronenbuizen.
De Colossus was opgebouwd uit twee grote rekken met ongeveer 1500
elektronenbuizen voor de tellers, schuifregisters en logische
bewerkingen. Hij had een systeem om ponsbanden te lezen met de
Baudotcode, zoals ook de telexmachines in die tijd gebruikten, maar
dan met fotosensors in plaats van mechanische aftasting. Het leessysteem
haalde een snelheid van 5000 karakters per seconde. De Colossus kon
geprogrammeerd worden via een paneel met schakelaars, stekkers en kabels.
Om geen gebruik te moeten maken van ponsbanden tijdens de cyclus van
berekeningen gebruikte men een enorm aantal elektronenbuizen om de gegevens
tijdens de verwerking op te slaan, wat meteen een aanzienlijke
snelheidswinst betekende. Bovendien maakte het parallelle ontwerp van de
Colossus hem ongelofelijk snel.
De eerste computer in de VS, de ENIAC (Electronic Numerical Integrator And
Calculator), die enkele klaslokalen in beslag nam, bevatte 18.000 buizen,
70.000 weerstanden, 10.000 condensatoren, en 6000 verschillende schakelaars.
Deze computer gebruikte evenveel energie als een zware locomotief.
Op 7 augustus 1944 wordt op de universiteit van Harvard door IBM-onderzoeker
Howard Aiken de eerste programmeerbare rekenmachine, de Harvard Mark I,
gepresenteerd.
De eerste computer in Nederland was de ARRA I bij het Mathematisch Centrum.
De eerste computer in een commerciele omgeving was de door de Britse firma
Ferranti gebouwde Ferranti Mark 1, bij het Shell-laboratorium in Amsterdam
in 1953.
In de periode dat het permanente geheugen (de harde schijf) nog niet algemeen
bestond, was het invoeren van gegevens of programma's in een computer vrij
moeizaam. Dit gebeurde oorspronkelijk met schakelaartjes en ponsband, nog
iets later met ponskaarten, en in een nog later stadium met magneetbanden.
De ARRA I was de allereerste in Nederland gebouwde computer. De afkorting ARRA
staat voor Automatische Relais Rekenmachine Amsterdam. Computerpioniers Carel
Scholten en Bram Loopstra waren betrokken bij het ontwerp.
De machine werd op 21 juni 1952 op het Mathematisch Centrum (het latere Centrum
voor Wiskunde en Informatica) in Amsterdam in gebruik genomen. Bij de officiële
ingebruikname waren de toenmalige burgemeester d'Ailly van de gemeente Amsterdam
en minister F.J.Th. Rutten van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aanwezig.
De ARRA I was geen succes. Bij de opening moest het apparaat een tabel met
willekeurige getallen genereren, wat lukte, maar daarna gaf het de geest.
De ARRA II was de opvolger van de ARRA I en was in feite een volledig nieuwe
machine. Deze heeft wel met groot succes gedraaid en deed onder andere zogenaamde
flutterberekeningen voor Fokker en berekeningen voor het ontwerp van vliegtuigvleugels.
De beroemde computerpionier Edsger Dijkstra was een van de allereerste programmeurs
die met de ARRA I werkte.
Bekijk hier het bijbehorende topic.
Computers, ze zijn niet meer weg te denken.
Bijna iedereen heeft wel een desktop, laptop,
tablet, smartphone of een game console.
De aller eerste computer.
In 1642 werd de eerste computer uitgevonden.
De eerste computer was de Pascaline.
De Pascaline is uitgevonden door de Fransman Blaise Pascal.
Hij is geboren in Clermont-Ferrand (Frankrijk) op 19 Juni 1623
en gestorven in Parijs (Frankrijk) 1663.
De Pascaline was een hulpje voor de vader van Blaise Pascal,
zijn vader zat bij de belasting.
Je kon er geen spelletjes mee spelen maar het was een soort
rekenmachine, je kon hiermee alleen maar optellen.
Met een beetje zijn best doen kon Blaise Pascal de rekenmachine
zo ver krijgen dat hij ook nog eens af kon trekken.
Het rekenmachientje crashte toen de vader van Blaise Pascal
99.999 +1 probeerde uit te rekenen.
De eerste computer was dus een rekenmachine.
Maar een normale computer is dat ook. Het is de computer genoemd
van het woord (to) compute. To compute betekent "rekenen".
De computer is dus eigenlijk een rekenaar.
Sommige mensen bedenken machinetjes om de klusjes makkelijker te
maken. In het jaar 1673 bedacht de Duitser Von Leibniz een
rekenmachine die al wat meer kon dan die van Blaise Pascal.
Deze kon ook nog delen en vermenigvuldigen.
In 1801 bouwde Joseph Jacquard een weefgetouw dat automatisch
werkte: met ponskaarten.
Joseph Jacquard is geboren in 1752 en gestorven in 1834.
Ponskaarten zijn kaarten met heel veel gaatjes er in.
Draaiorgels werken ongeveer hetzelfde. De muziek zit op een grote
en lange strook met allemaal gaatjes er dus in.
Die gaatjes zorgen voor de juiste toon op het juiste instrument.
Zo werkt dat weefgetouw ook.
Zulke ponskaarten waren ook handig om informatie op te slaan.
In 1822 had de Engelsman Charles Babbage de
ponskaart - rekenmachine uitgevonden. Charles Babbage is geboren in Teignmouht op 26 December 1791
en is gestorven in Londen op 18 Oktober 1871.
Elektronische computers
Door de Tweede Wereldoorlog kreeg de ontwikkeling van computers
een snelle vlucht. In het Verenigd Koninkrijk werd in Bletchley
Park van de Colossus gebruikgemaakt om berichten te kraken die
met de Duitse Lorenz-codeermachine vercijferd waren. De Colossus
werd ontwikkeld door Tommy Flowers en was de eerste elektronische
computer, gebruik makend van elektronenbuizen.
De Colossus was opgebouwd uit twee grote rekken met ongeveer 1500
elektronenbuizen voor de tellers, schuifregisters en logische
bewerkingen. Hij had een systeem om ponsbanden te lezen met de
Baudotcode, zoals ook de telexmachines in die tijd gebruikten, maar
dan met fotosensors in plaats van mechanische aftasting. Het leessysteem
haalde een snelheid van 5000 karakters per seconde. De Colossus kon
geprogrammeerd worden via een paneel met schakelaars, stekkers en kabels.
Om geen gebruik te moeten maken van ponsbanden tijdens de cyclus van
berekeningen gebruikte men een enorm aantal elektronenbuizen om de gegevens
tijdens de verwerking op te slaan, wat meteen een aanzienlijke
snelheidswinst betekende. Bovendien maakte het parallelle ontwerp van de
Colossus hem ongelofelijk snel.
De eerste computer in de VS, de ENIAC (Electronic Numerical Integrator And
Calculator), die enkele klaslokalen in beslag nam, bevatte 18.000 buizen,
70.000 weerstanden, 10.000 condensatoren, en 6000 verschillende schakelaars.
Deze computer gebruikte evenveel energie als een zware locomotief.
Op 7 augustus 1944 wordt op de universiteit van Harvard door IBM-onderzoeker
Howard Aiken de eerste programmeerbare rekenmachine, de Harvard Mark I,
gepresenteerd.
De eerste computer in Nederland was de ARRA I bij het Mathematisch Centrum.
De eerste computer in een commerciele omgeving was de door de Britse firma
Ferranti gebouwde Ferranti Mark 1, bij het Shell-laboratorium in Amsterdam
in 1953.
In de periode dat het permanente geheugen (de harde schijf) nog niet algemeen
bestond, was het invoeren van gegevens of programma's in een computer vrij
moeizaam. Dit gebeurde oorspronkelijk met schakelaartjes en ponsband, nog
iets later met ponskaarten, en in een nog later stadium met magneetbanden.
ARRA I
De ARRA I was de allereerste in Nederland gebouwde computer. De afkorting ARRA
staat voor Automatische Relais Rekenmachine Amsterdam. Computerpioniers Carel
Scholten en Bram Loopstra waren betrokken bij het ontwerp.
De machine werd op 21 juni 1952 op het Mathematisch Centrum (het latere Centrum
voor Wiskunde en Informatica) in Amsterdam in gebruik genomen. Bij de officiële
ingebruikname waren de toenmalige burgemeester d'Ailly van de gemeente Amsterdam
en minister F.J.Th. Rutten van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aanwezig.
De ARRA I was geen succes. Bij de opening moest het apparaat een tabel met
willekeurige getallen genereren, wat lukte, maar daarna gaf het de geest.
De ARRA II was de opvolger van de ARRA I en was in feite een volledig nieuwe
machine. Deze heeft wel met groot succes gedraaid en deed onder andere zogenaamde
flutterberekeningen voor Fokker en berekeningen voor het ontwerp van vliegtuigvleugels.
De beroemde computerpionier Edsger Dijkstra was een van de allereerste programmeurs
die met de ARRA I werkte.
Bekijk hier het bijbehorende topic.
- Gepubliceerd
- 7 aug 2017
- Paginaweergaven
- 4.368